Ndjamena (N'Djamena)
De stad is een havenstad aan de rivier de Chari en is voornamelijk een bestuurlijk centrum. Ndjamena is ook een regionale markt voor vee, zout, dadels, katoen en granen. Vleesverwerking is de belangrijkste industrie. De stad heeft een internationale luchthaven en scholen voor administratief onderwijs en veeartsen. Sinds 1971 is er een nationale universiteit.
De stad werd op 29 mei 1900 gesticht door de Franse commandant Émile Gentil. De nieuwe stad lag tegenover Fort-Fureau (Kousséri) en werd gesticht nadat Rābiḥ al-Zubayr hier was verslagen. Zo kwam het gebied ten oosten van het Tsjaadmeer in handen van de Fransen. De stad heette destijds Fort Lamy, naar de Franse legeraanvoerder François Joseph Lamy die in de Slag bij Kousséri sneuvelde. Tot 1960 was Fort Lamy een kleine nederzetting met een bevolking van Kotoko. Na de onafhankelijkheid in 1960 groeide de stad als hoofdstad en bestuurlijk centrum. In 1973 kreeg de stad haar huidige naam. De stad werd in 1980-1981 bezet door Libische troepen tijdens de langdurige burgeroorlog die al eind jaren 1960 was begonnen.
Kaart (cartografie) - Ndjamena (N'Djamena)
Kaart (cartografie)
Land (geografie) - Tsjaad
Vlag van Tsjaad |
Het gebied dat tegenwoordig Tsjaad omvat werd oorspronkelijk bewoond door verschillende stammen. Menselijke resten en grotschilderingen zijn het bewijs van een vroege bewoning. Na verloop van tijd vormde zich een aantal lokale koninkrijken die uiteindelijk overgenomen werden door het grote Kanemrijk dat het zuiden van het land overheerste vanaf ongeveer de 8e eeuw. Rondom dit koninkrijk vormde zich nog een aantal kleinere koninkrijken.